Let op: per 1 december kunt u voor vragen over de zorg van uw huisdier terecht bij Pets Health Den Haag op 070 - 369 42 40.

Kat

Castratie & sterilisatie

  • Inleiding
  • Castratie kater
  • Sterilisatie poes
  • Sterilisatie is eigenlijk castratie
  • Nazorg

Inleiding

Inleiding voor behandeling onder algehele narcose bij de kat

De afspraken voor een behandeling onder algehele narcose plannen wij in de ochtend. De kat wordt nuchter op de praktijk verwacht tussen 8:00 en 8:30 uur. Dit houdt in dat uw kat de avond voor de operatie na 18:00 uur geen eten meer mag hebben. Water drinken mag wel. In het geval van een kat die buiten komt, betekent dit dat het kattenluik op slot moet voor de nacht.

De assistente zal u een nazorgformulier meegeven als u de kat komt brengen. Zij zal nog wat vragen stellen met betrekking tot de behandeling en zal, indien dit mogelijk is, meteen met u afspreken hoe laat u uw kat weer mag ophalen. Thuis kunt u alvast het nazorgformulier lezen. Mochten er vragen bij u opkomen dan kunt u deze bespreken als u de kat komt ophalen.

Vóór uw kat onder narcose gebracht wordt, zal deze lichamelijk onderzocht en gewogen worden. De hoeveelheid narcosemiddel hangt namelijk af van het gewicht. De lichamelijke conditie van de kat voor de behandeling is ook van groot belang. Een kat wat al erg ziek of verzwakt is, heeft een verminderde kans op herstel na de operatie

De kat krijgt eerst een narcosemiddel via een injectie in de rugspier, waarna deze vlot in slaap zal vallen. Omdat het een 'onnatuurlijke' slaap betreft, blijven de ogen open staan. Om de ogen vochtig te houden, druppelen we kunsttranen in de ogen.

Als uw kat voor een gebitsbehandeling of uitgebreide operatie komt, zal deze nadat hij/zij in slaap is gevallen, aan de beademing gelegd worden. Dit gebeurd door middel van een tube in de luchtpijp. Deze word vervolgens aangesloten op ons anesthesie-apparaat die de narcose overneemt d.m.v. gasnarcose (isofluraan) en zuurstof. Tijdens de ingreep registreren we het ECG (hartritme), de ademfrequentie en diepte door middel van een capnograaf (dit apparaat meet het uitgeblazen koolzuurgas).

 

Als de kat klaarligt op de operatietafel zal de assistente het operatiegebied voorbereiden. Het gedeelte waar de dierenarts moet opereren word geschoren, gewassen en ontsmet door de assistente. Onderwijl zal de dierenarts(-en) zich steriel aankleden en de handen wassen.

De steriele doeken en instrumenten zijn al klaargezet, de assistente geeft deze aan de dierenarts en zal continu in de buurt blijven tijdens de operatie. Ze houdt de anesthesie in de gaten, bewaakt de lichaamstemperatuur van de kat en kan, indien nodig, extra instrumenten aangeven of de nodige injecties geven.

 

Tijdens de ingreep kan de lichaamstemperatuur erg snel dalen. Zodra de dierenarts klaar is met de behandeling en de kat wakker wordt, is het van groot belang dat deze snel weer op de juiste temperatuur is. De optimale lichaamstemperatuur stimuleert sneller wakker worden. Daarom gebruiken we in de opnamehokjes, indien nodig, warmtematjes, dekentjes of kan een dier zelfs in een verwarmde couveuze.

 

Tip: Als u twee kittens in huis heeft en u wilt ze beiden laten castreren/steriliseren dan is ons advies om ze samen te brengen en op dezelfde dag te laten opereren. Zo voelen ze zich allebei niet optimaal, hebben steun aan elkaar bij het herstel en ze ruiken allebei naar dierenartspraktijk. Zo voorkomt u eventuele gevechten tussen de beide huisgenootjes.

Castratie kater

De ingreep zoals we deze uitvoeren

Na de inleiding van de narcose, als de kater voldoende slaapt, zal de assistente het balzakje ontdoen van de haren. Wij gebruiken hierbij geen scheerapparaat, omdat de huid van het scrotum heel teer en gevoelig is. De haren zijn met de hand eenvoudig te verwijderen. Het scrotum word schoongemaakt en ontsmet.

De dierenarts maakt vervolgens per testikel een klein sneetje in de balzak. De zaadleider en het bloedvat die met het testikel verbonden zijn, worden afgebonden door middel van een knoopje in dit lichaamseigen materiaal, nadat eerst de testikel is verwijderd. Bij de castratie van een kater wordt geen hechtdraad gebruikt.

Het stompje van de dichtgeknoopte zaadleider en bloedvat zakt terug in de huid en de huid zal dichtvallen. Omdat er geen hechtingen zijn gezet, herstelt het lichaam zich heel vlot. De snede is zo klein, dat deze heel snel verkleeft en dichtgroeit.

De kater krijgt pijnstilling om pijn en stress te verlagen en de wondgenezing te bevorderen.

Nazorg

Na de ingreep krijgt de kater een prikje om weer wakker te worden. Eenmaal wakker en mits goed op temperatuur, mag de kater alweer naar huis. Dit betekent in de meeste gevallen dat u uw kat al voor het einde van de ochtend weer op mag halen.

De kater mag niet overmatig likken aan de wond, omdat deze hierdoor niet goed kan genezen en kan gaan infecteren. Als hij de boel een beetje poetst is niet erg. Zit hij er teveel aan, dan zult u hem een kraagje om moeten doen. Lees hier meer over de verdere nazorg.

Waarom zou ik mijn kater laten castreren?

Katers zijn geslachtsrijp vanaf vier tot vijf maanden leeftijd. Meestal worden katers gecastreerd als ze ongeveer zes maanden oud zijn.  Als u wilt dat uw kater uitgroeit tot een stevige, breedgeschouderde jongen, kunt u hem beter niet meteen met zes maanden laten castreren. Het gedrag van uw kater kan u echter toch doen besluiten hem wel eerder te laten opereren. Te lang wachten kan weer nadelig zijn, omdat bijvoorbeeld sproeigedrag niet altijd meer verdwijnt als de kater er eenmaal mee is begonnen.

Voordelen:

Territoriumdrift :
Een ongecastreerde kater zal zijn territorium afzetten en beschermen. En zijn territorium betreft niet alleen de tuin, maar ook het huis en de buurt. Hij zal gaan sproeien tegen en krabben aan meubels, muren en vloerbedekking. Buiten zal hij regelmatig vechten met buurtkatten om de poezen op zijn terrein voor zichzelf te houden. Een ongecastreerde kater zwerft meer en onderhoudt een groter territorium. Ze blijven vaak langer van huis weg en uw kat kan gehavend thuis komen met vechtwonden. Soms zijn deze zo erg dat u met hem naar een dierenarts moet. Als u dit gedrag te lang laat voortduren, kan het zijn dat uw kat het als een gewoonte gaat ontwikkelen. Castratie zorgt er dan niet altijd meer voor dat dit 'probleemgedrag' als sproeien, zwerven en vechten geheel verdwijnt na castratie. Daarom is het verstandig om uw kater tijdig te laten castreren.
Eenmaal gecastreerd is de kater meestal een stuk huiselijker, rustiger en minder vechtlustig.

Urinegeur:
De geur van een ongecastreerde kater heeft een penetrante en onaangename geur. Na castratie verdwijnt deze typische 'katerlucht'. De kattenbak zal een stuk minder stinken.

Kattenleukemie (FelV) en FIV:
Als uw kater niet gecastreerd is, zal hij poezen dekken en met andere katten uit de buurt vechten. Via dit contact kan uw kat besmet raken met Leukemie of Kattenaids. Als u hem laat castreren zal hij niet meer achter de poezen aan gaan en het vechten over het algemeen laten, waardoor het risico op deze ziektes aanzienlijk verkleind wordt.

Mocht u de vervelende gedragingen en risico's van een intacte kater willen voorkomen, is castratie de beste oplossing. Wij adviseren dan ook om op zes maanden leeftijd te castreren. Vertoont de kater al eerder hinderlijk katergedrag, dan doen wij de ingreep ook wel eens op jongere leeftijd.

Cryptorch:
Soms komt het voor dat één (in hele zeldzame gevallen beide) van de testikels niet goed is ingedaald in het scrotum. Zo'n niet ingedaalde bal heeft een iets grotere kans om tot een tumor te ontwikkelen en zal bij castratie dus ook verwijderd moeten worden. In de meeste gevallen is de teelbal voelbaar in het lieskanaal en kan de dierenarts deze eenvoudig operatief verwijderen. Is de teelbal niet voelbaar in het lieskanaal en bevindt deze zich hoger in de buik, dan zal de buik open moeten om het testikel op te sporen en te verwijderen.

Nadelen:

Na castratie wordt de stofwisseling van de kater trager, waardoor hij sneller zal neigen naar overgewicht. Om dit te voorkomen is het aan te raden de hoeveelheid voeding die hij krijgt nauwkeurig te controleren en zo nodig naar beneden bij te stellen. Extra activiteit, zoals spelen met uw kat, kan ook helpen om overgewicht te voorkomen.

Gecastreerde katers leven langer en gezonder.

Sterilisatie poes

De ingreep zoals we die uitvoeren

Na het inleiden van de narcose, wanneer de poes voldoende slaapt, legt de assistente haar in rugligging op een rekje met handdoek. De pootjes worden vastgemaakt. Via de tube in haar keel, wordt de poes verbonden met het narcosesysteem, waardoor zij zuurstof en (zonodig) narcosegas krijgt toegediend.

Op de onderbuik wordt een gedeelte geschoren en de huid wordt gewassen en ontsmet. Het operatiegebied wordt afgedekt met doeken. De dierenarts start vervolgens met het zetten van een snede van 2 tot 3 cm in de huid en de buikwand wordt geopend.

De eierstokken worden met een speciaal sterilisatiehaakje uit de buik gehaald, afgebonden met hechtdraad en verwijderd. Alleen als de baarmoeder afwijkingen vertoont, wordt deze ook verwijderd.

De buikwand wordt in drie lagen gehecht: de spierwand, de onderhuid en de huid. De laatste hechtingen worden dusdanig in de huid weggewerkt, dat u na de ingreep alleen een streepje zult kunnen zien, zonder uitstekende draadjes.

Nazorg

Na de ingreep krijgt de poes een prikje om weer wakker te worden. Eenmaal wakker en goed op temperatuur, mag zij alweer naar huis. Dit betekent dat u uw kat in de meeste gevallen aan het einde van de ochtend of begin van de middag alweer op mag halen.

De poes mag niet overmatig likken aan de wond, omdat deze hierdoor niet goed kan genezen en kan gaan infecteren. Als ze de boel een beetje poetst, is dit niet erg. Maar zit ze er teveel aan, dan zal de poes een kraagje of een rompertje (Medical Petshirt) aan moeten. Lees hier meer over de verdere nazorg.

Waarom zou ik mijn poes laten steriliseren?

Als u geen kittens wilt van uw poes, raden wij aan haar te laten steriliseren op de leeftijd van zes maanden voordat zij krols wordt.
Heeft u een jonge poes en wilt u wel graag een nestje van haar, dan raden wij u aan haar de eerste tien tot 12 maanden binnen te houden. Het is immers voor de gezondheid van de poes niet goed om al op erg jonge leeftijd een nestje te krijgen. Er is ook de mogelijkheid om haar de poezenpil te geven. Wij raden het gebruik van deze poezenpil echter TEN ZEERSTE af, in verband met de nare bijwerkingen ervan (o.a. suikerziekte, tumoren aan melkklieren en/of baarmoeder, ontstaan van cystes, baarmoederontsteking e.d.). Als de pil vóór de eerste krolsheid gegeven wordt, is de kans op het krijgen van kwaadaardige melkkliertumoren en baarmoederontsteking, zelfs zeer groot! De poezenpil is op generlei wijze te vergelijken met de anticonceptiepil voor de mens! Het is een nare pil, waarvan wij zelfs bij poesjes die hem slechts enkele maanden hebben gebruikt, al de ernstige gevolgen hebben gezien.

Voordelen

Krolsheid:  
De krolsheid bij de poes kan heel erg opdringerig en vervelend gedrag tot gevolg hebben. Hoe herkent u krolsheid bij de poes? Een krolse poes mauwt klaaglijk, word kribbig en vraagt om extra aandacht of trekt zich juist volledig terug. Er zijn gevallen waarbij dit gedrag zelfs extreme vormen aanneemt. Ze kan moeilijk binnen gehouden worden en als ze ontsnapt kan ze ver weg lopen. De krolse poes gaat in de zogenaamde 'dekhouding' staan als u haar over de rug/achterhand aait: lijfje laag bij de grond, kont in de lucht en de staart wordt opzij gehouden. Ze laat zich erg graag over haar achterlijfje kriebelen.

Na sterilisatie zal uw poes niet meer krols worden. Sterilisatie tijdens een periode van krolsheid is wel mogelijk, al is de kans op ontwikkelen van schijndracht iets groter. Sommige dierenartsen steriliseren niet tijdens de krolsheid, vanwege de vermeende grotere risico's op bloedingen. De baarmoeder en eierstokken zijn immers sterk doorbloed in deze periode. Maar een ervaren, kundige dierenarts, zal hier geen enkele moeite mee hebben. Wij steriliseren regelmatig poezen die op dat moment krols zijn.

Schijndracht:  
Als de poes niet gedekt is in een krolse periode, kan ze schijndracht ontwikkelen. De poes hoeft niet persé alle kenmerken te vertonen, dat verschilt per individu. De kenmerken zijn;

  • Meer slapen
  • Meer/vaker eten
  • Opgezette/dikke buik
  • Prikkelbaar (letterlijk, kattig gedrag)
  • Minder speels zijn
  • Aanhankelijk
  • Opgezette melkklieren
  • Melkuitvloeiing uit de
  • Tepels
  • Slepen met voorwerpen (sokken, speeltjes etc.)
  • Nestje maken

Schijndracht gaat vanzelf weer over, maar het is voor uw poes niet prettig om steeds door te moeten maken. Zeker niet als het toch niet de bedoeling is dat zij voor nakomelingen zorgt. Hoe vaker uw poes krols en/of schijndrachtig is geweest, hoe groter de kans op het ontwikkelen van tumoren op latere leeftijd.

Ongewenste dracht:  
Als uw poes zogeheten krols is, kan het zijn dat ze zich laat dekken door een kater in de buurt. Niet veel later zit u met de zorg voor kittens waar u niet om gevraagd heeft. De poes binnenhouden tijdens de krolsheid is niet altijd voldoende om dit te voorkomen. Sommige poezen zijn 'stil' krols en vertonen niet of nauwelijks de omschreven typische gedragingen, zo kan het dat de poes krols is, terwijl u het niet doorheeft.
Vaak zien we dat de eerste dracht erg zwaar is voor de poes, zeker als het poesje zelf nog geen jaar oud is. Een krolse poes zal ook redelijk ver van huis dwalen op zoek naar een geschikte partner en soms zelfs dagen of weken van huis blijven.

Baarmoederontsteking of -tumoren/ melkkliertumoren
Doordat de poes regelmatig vruchtbaar is, zijn de hormonen continu actief aanwezig. Hierdoor neemt de kans op het ontwikkelen van tumoren op latere leeftijd toe met iedere krolsheid. Tumoren in de melkklieren en de baarmoeder kunnen ook uitzaaiingen geven in de longen en voor vroegtijdig overlijden zorgen. De kans hierop wordt aanzienlijk verkleind na sterilisatie.

Nadelen

Gewicht
Eigenlijk is er maar één nadeel aan het steriliseren van de poes. Door de hormoonhuishouding stil te zetten, zal de stofwisseling vertragen. Hierdoor zal uw poes sneller aankomen. Dit is echter goed onder controle te houden door speciale voeding voor de gesteriliseerde poes te geven of de hoeveelheid van uw huidige voeding aan te passen. Extra activiteit, zoals regelmatig spelen met de kat, kan het ontwikkelen van overgewicht ook helpen voorkomen.

Gesteriliseerde poezen leven langer en gezonder.

Sterilisatie is eigenlijk castratie

Waarom sterilisatie eigenlijk een castratie is

In de volksmond wordt er bij vrouwelijke dieren altijd gesproken over sterilisatie, als ze de operatie ondergaan waarbij ze onvruchtbaar worden gemaakt. Medisch gezien is dit echter niet de juiste term. Sterilisatie betekent dat de eileiders (of zaadleiders bij een mannelijk dier) worden afgebonden en/of doorgeknipt, maar niet verwijderd. Dit zorgt ervoor dat het lichaam nog wel geslachtshormonen kan aanmaken, maar dat gerijpte eicellen niet via de eileiders kunnen afdalen (of de spermacellen via de zaadleiders). Omdat het lichaam nog wel hormonen produceert, kan dit alsnog bijdragen aan het ontwikkelen van o.a. melkkliertumoren, baarmoederontsteking of suikerziekte. Alle gedragingen waarop hormonen van invloed zijn, blijven ook onveranderd. Als we een echte sterilisatie zouden uitvoeren, wordt het dier dus alleen onvruchtbaar, maar profiteren we niet van de voordelen die castratie biedt.

De operatie die we in de praktijk uitvoeren, is in feite een castratie. Bij een castratie van een vrouwelijk dier worden de eierstokken geheel weggenomen. Net als dat bij de castratie bij een mannelijk dier de gehele testikels worden verwijderd. Op deze manier zal het vrouwelijk dier zich niet meer kunnen voortplanten, en tevens wordt de hormoonproductie gestopt. De baarmoeder wordt overigens alleen verwijderd als het weefsel afwijkingen vertoond. Na het verwijderen van de eierstokken wordt de teef niet meer loops en de poes niet meer krols. Doordat de hormoonproductie wordt gestopt, profiteren we ook van de gezondheidsvoordelen zoals grote afname van het risico op bepaalde tumoren en suikerziekte en afname van (probleem)gedrag wat door hormonen wordt veroorzaakt.

Als wij de term castratie zouden gebruiken bij vrouwelijke dieren, zou dit bij veel mensen waarschijnlijk tot verwarring leiden. Al jaren is men gewend om te zeggen dat vrouwelijke dieren worden 'gesteriliseerd'. Daarom hanteren wij zowel op de kliniek, als in de artikelen op de website, de term 'castratie' voor het onvruchtbaar maken van mannelijke dieren, en de term 'sterilisatie' voor het onvruchtbaar maken van vrouwelijke dieren.

Nazorg

Nazorgformulier kat

De eerste uren (vijf tot zes uur) na de operatie is de kat nog misselijk van de narcose, geeft u daarom vanaf 17:00 uur een klein beetje eten. Wanneer dit goed gaat kunt u na een uur of twee nog wat extra geven. Bij thuiskomst mag er al wel water gedronken worden. Zorg dat de kat op een rustige warme plaats kan liggen.

Na de castratie/sterilisatie is het energieverbruik veel minder en mag er gelijk al 10% tot 15% minder gevoerd gaan worden, anders wordt de kat al snel te dik. Overigens hoeft er dan ook geen kittenvoeding meer gegeven te worden, dit bevat namelijk te veel energie. Voor gecastreerde katten bestaat er tegenwoordig ook speciale voeding dit bevat minder energie, maar vult wel genoeg.

 

Let op dat de kat niet aan de wond gaat likken, dit kan ontstekingen veroorzaken. Ondanks dat wij u hierin proberen te voorzien van een zo goed mogelijk advies en eventuele bruikbare artikelen, zijn er honden en katten die zich weten te ontpoppen tot ware 'Houdini’s'. Houd de kat daarom, zeker in het begin, goed in de gaten of deze met een kraag, T-shirt of verband toch niet stiekem de hechtingen zelf weer verwijdert.
De kat zal dan mogelijk weer onder narcose moeten om de schade te herstellen, wat voor u dan ook weer de nodige kosten met zich meebrengt. Houd goed in de gaten dat een kraag of een shirtje niet schuurt of te strak zit.

In veel gevallen ontstaat een bult op de plek waar hechtingen onderhuids zitten. Dit komt doordat het lichaam op het vreemde materiaal reageert en bezig is het af te breken. Het kan zelfs een paar maanden duren, voordat het volledige hechtmateriaal is opgelost en de bult dus verdwenen is. (Het mag er echter niet rood en ontstoken uit zien!) Lijkt de kat de dagen na de operatie nog pijn te hebben, dan kunnen er eventueel pijnstillers gehaald worden.

Houd de kat na de operatie nog een paar dagen binnen, totdat hij weer de oude is en zich kan verweren tegen evt. ‘rivalen’ buiten. Als de kat nog nooit buiten is geweest, wacht dan tot het weer het toelaat om naar buiten te gaan i.v.m. de dikte van de vacht in het voor operatie geschoren gebied.

Pas op in het begin met het optillen van de kat, het litteken van bijvoorbeeld een sterilisatie zit rond het midden van de buik. Na tien tot 14 dagen zien we u graag terug voor controle en het verwijderen van de eventuele hechtingen. Dit hoort nog bij de operatie. Maak hiervoor een afspraak bij de assistente. (Niet van toepassing bij de castratie van een kater).

Mocht u nog vragen hebben…aarzel niet, wij beantwoorden ze graag!

 

Terug naar Castratie & Sterilisatie