Let op: per 1 december kunt u voor vragen over de zorg van uw huisdier terecht bij Pets Health Den Haag op 070 - 369 42 40.

Konijn

Castratie & sterilisatie

  • Inleiding
  • Castratie konijn
  • Sterilisatie konijn
  • Sterilisatie is eigenlijk castratie
  • Nazorg

Inleiding

Inleiding voor behandeling onder algehele narcose bij het konijn

Konijnen vormen een iets grotere risicogroep wanneer zij onder narcose gaan, dan katten of honden. Dit heeft onder andere te maken met hun spijsverteringsstelsel. De spijsvertering van een konijn mag slechts zo kort mogelijk stilliggen, omdat het moeilijk weer op gang komt.
Konijnen kunnen niet braken en mogen daarom niet nuchter zijn voor de behandeling. Een konijn is gebouwd om de hele dag door kleine beetjes te eten, zodat de spijsvertering een continu proces blijft en het konijn geen ophoping/verstoppingen in de darmen krijgt of een overvulde maag. Daarom is het heel erg belangrijk dat u op tijd actie onderneemt als uw konijn een zieke indruk maakt en/of weinig tot niets eet. Een konijn dat een dag niet eet is een spoedgeval!

Vóór uw konijn onder narcose gebracht wordt, zal deze lichamelijk onderzocht en gewogen worden. De hoeveelheid narcosemiddel hangt namelijk af van het gewicht. De lichamelijke conditie van het konijn voor de behandeling is ook van groot belang. Een konijn wat al erg ziek of verzwakt is, heeft een verminderde kans op herstel na de operatie.

Omdat een konijn niet nuchter hoeft te zijn voor behandeling kan de ingreep op elk moment van de dag uitgevoerd worden. Voor sterilisatie of castratie zal de assistente een afspraak met u maken in de ochtend. Maar als er een bijvoorbeeld een gebitsbehandeling noodzakelijk blijkt tijdens een bezoek op het spreekuur, kan het voorkomen dat we dit gelijk later die dag uitvoeren.

Als u uw konijn komt brengen voor een ingeplande operatie vragen we u om wat lekkers mee te nemen voor hem/haar. Iets waar uw konijn(en) normaliter dol op zijn, dit kunnen we dan meteen aanbieden zodra ze wakker worden om het eten zo vlot mogelijk te stimuleren.

Tijdens de ingreep kan de lichaamstemperatuur erg snel dalen. Zodra de dierenarts klaar is met de behandeling en het konijn wakker wordt, is het van groot belang dat deze snel weer op de juiste temperatuur is. De optimale lichaamstemperatuur stimuleert sneller wakker worden en het brengt de eetlust terug. Konijnen die binnenshuis gehouden worden, leggen we tijdens de recovery in de verwarmde couveuse. Een buitenkonijn leggen we op een warmtematje met wat kruikjes erbij. Zo is de overgang naar buiten toe wat minder groot.

Tip: Als u een koppel konijnen heeft die u beide wilt laten opereren, maak dan een afspraak voor hen beide op dezelfde dag, zodat ze samen in opname verblijven. Ook als slechts één van beide konijnen uit een koppeltje bij ons in opname verblijft voor behandeling of operatie, is het erg fijn als u beide konijnen meebrengt op de afspraak. De aanwezigheid van het 'maatje' zorgt voor stressreductie bij het zieke konijn en dus voor sneller herstel.

Castratie konijn

De ingreep zoals wij deze uitvoeren

Als het konijn volledig onder narcose is, wordt hij op een rekje met handdoek gelegd. De testikels worden gewassen en ontsmet.

De dierenarts maakt een klein sneetje in de balzak waar door de testikel naar buiten wordt gehaald. De zaadleider en het bloedvat worden met hechtdraad afgebonden en de testikel wordt verwijderd.

Het stompje trekt terug in de balzak. De huid word vervolgens door middel van een hechting(-en) gesloten.

Na de ingreep willen we graag dat uw konijn zo spoedig mogelijk weer wakker is, hij krijgt een injectie om het narcosemiddel tegen te werken. Een konijn dat binnen gehouden word mag in de couveuse wakker worden.

We hebben eventueel een speciaal rompertje, een Medical Petshirt, wat uw konijn aan kan. Dit om de wond te beschermen tegen likken, bijten en krabbelen aan de buik. Het konijn moet binnen enkele uren weer drinken en binnen 12 uur na de operatie weer zelf eten.

Nazorg

Op de dag van de operatie krijgt u een formulier van ons mee met informatie over de zorg voor uw konijn na de behandeling. Hier kunt u deze alvast doorlezen.

Waarom zou ik mijn konijn laten castreren?

Een mannetjeskonijn heet een ram of een rammelaar. De ram heeft twee langwerpige, roze testikels. Deze zijn bij hele jonge konijntjes nog niet goed te zien. Ze kunnen hun testikels ook optrekken in de buik, waardoor je aan de buitenzijde soms even moet zoeken om het geslacht te kunnen bepalen.
Een rammelaar is geslachtsrijp vanaf ongeveer drie maanden leeftijd. Op de leeftijd van vijf tot zes maanden gaan de hormonen het gedrag van de rammelaar erg beïnvloeden. Laat uw konijn niet te vroeg castreren, laat hem eerst uitgroeien. De geslachtshormonen hebben namelijke grote invloed op de ontwikkeling en botopbouw van het dier. Castratie voeren wij het liefst niet eerder uit dan de leeftijd  van vijf maanden.

Dominantie/agressie:
Bij (mannetjes)konijnen zien we vaak agressief/dominant gedrag. Konijnen kunnen dominantie tonen onderling, maar het kan ook naar mensen gericht zijn. Onderling zullen ze gaan vechten en op elkaar rijden. De gevechten kunnen heel heftig zijn en ze zijn dan zelfs in staat de ander dodelijk te verwonden. Als de ruimte waar zij zich in bevinden te klein is, kunnen ze dit gedrag ook vertonen. Dan helpt het vaak voldoende om ze apart te zetten of het verblijf te vergroten. Naar mensen kunnen dominante konijnen heel fel reageren. Ze grommen, bijten en zullen soms zelfs aanvallen. Veel konijnen worden als een huisdier voor de kinderen aangeschaft. Door dit gedrag worden kinderen echter heel bang van hun pluizige huisdier. Bij dit gedrag kan het ook voorkomen dat een konijn gaat sproeien. Castratie kan dit gedrag in grote mate verminderen en in veel gevallen word het (probleem)gedrag na de ingreep niet meer gezien. Uw konijn zal liever en rustiger zijn.

Verliefd op huisgenootjes:
Een ram die niet gecastreerd is, zal continu willen rijden op zijn hokgenootjes, of dit nu mannetjes of vrouwtjes zijn en of ze nu geholpen zijn of niet. Om te voorkomen dat er nakomelingen geboren worden of dat uw andere konijn(-en) erg gestrest raken door dit gedrag, is het aan te raden om hem te laten castreren. Dit gedrag zal hij dan niet meer tonen en de rust in het hok keert terug. Een rammelaar kan ook 'verliefd' worden op zijn verzorger/verzorgster, dit uit hij dan met sproeigedrag. Ook dit laatste gedrag zal na castratie meestal verdwijnen.

Sloopgedrag en zindelijkheidstraining:
Na castratie is de ram veel rustiger en een liever huisdier. Hij zal niet snel meer dingen kapot maken en is veel gemakkelijker te trainen om zijn behoefte op de daarvoor bestemde plek te doen. Hierdoor kunt u zijn bewegingsvrijheid veel groter maken en misschien mag hij zelfs wel los in huis rondlopen als hij zijn behoefte heeft leren doen op (bijvoorbeeld) een kattenbak.

Gecastreerde rammen leven langer en gezonder.

Sterilisatie konijn

De ingreep zoals wij deze uitvoeren

Zodra de voedster voldoende slaapt, wordt ze op haar rug op een rekje met warmtematje en handdoek gelegd. De assistente scheert een gedeelte van de onderbuik. Daarna wordt de huid gewassen en ontsmet.

 

De dierenarts start met een kleine snede in de buikwand, net onder de navel. Via deze snede worden de eierstokken één voor één naar boven gehaald, afgebonden en verwijderd.

De baarmoeder laten we zitten als het een konijn betreft onder de leeftijd van een half jaar en als het weefsel niet afwijkend is. Bij een konijn wat ouder is dan zes maanden, wordt standaard de baarmoeder ook verwijderd.

De huid word intradermaal (onderhuids) gehecht. Dit betekent dat u aan de buitenzijde slechts een streepje ziet en geen draadjes.

 

We hebben eventueel een speciaal rompertje, een Medical Petshirt, wat uw konijn aan kan. Dit om de wond te beschermen tegen likken, bijten en krabbelen aan de buik. Het konijn moet binnen enkele uren weer drinken en binnen 12 uur na de operatie weer zelf eten.

Nazorg

Op de dag van de operatie krijgt u een formulier van ons mee met informatie over de zorg voor uw konijn na de behandeling. Hier kunt u deze alvast doorlezen.

Waarom zou ik mijn konijn laten steriliseren?

Een konijnenvrouwtje heet een voedster. In de praktijk zien we (gelukkig) het aantal konijnen, die gebracht worden voor sterilisatie, toenemen. Goed om te zien dat konijneneigenaren zich steeds meer bewust worden van het belang van sterilisatie en dat konijnen het beste per paar (ram met voedster) gehouden worden.
Een voedster is eerder geslachtsrijp dan de rammelaar, bij een vrouwtje gaan de hormonen al werken op een leeftijd van vier maanden. Om het konijn wel de kans te geven goed uit te groeien, adviseren wij om uw konijn te laten steriliseren vanaf zes maanden leeftijd tot één jaar. Er is dan nog niet zoveel vet aanwezig in de buikholte en het konijn is nog jong en kan de operatie beter aan.

Baarmoedertumoren:  
Tumoren in de baarmoeder ontstaan in de baarmoederwand als het konijn ouder wordt. De structuur van de baarmoeder verandert door de leeftijd. Deze tumor groeit traag, maar via de baarmoederwand kunnen er uitzaaiingen ontstaan in de buikholte. Via het bloed kan de tumor bovendien uitzaaien naar de lever, longen en soms in de hersenen en het bot. Bij voedsters van vijf jaar en ouder is de kans op baarmoedertumoren tot wel 80 procent! Er wordt zelfs vermoedt, dat het doodsoorzaak nummer één is bij voedsters. Als de voedster echter op vijf/zes maanden leeftijd gesteriliseerd wordt, verkleint dit de kans op ontwikkeling van tumoren aanzienlijk!

Schijndracht:  
Een voedster kan schijndracht ontwikkelen, ook als ze alleen gehouden wordt. De schijndracht houdt in de meeste gevallen 16-17 dagen aan. Tijdens de eerste tien dagen kunnen duidelijk gezwollen melkklieren zichtbaar zijn. Ze zal een nest gaan maken en daarvoor haar haren op de buik uittrekken, soms zelfs tot bloedens toe. Schijndracht verdwijnt vanzelf, maar kan steeds weer terugkomen en leiden tot baarmoederontsteking. Bij schijndracht is ons advies uw konijn te laten steriliseren (laat het gemaakte nest dan nog wel even liggen). Hormonen toedienen is niet effectief, is in het verleden gebleken.

Cystes in baarmoeder/eierstokken:  
Door de aanwezige hormonen kunnen op latere leeftijd cystes (holtes met vocht) ontstaan op de eierstokken en in de baarmoederwand. Deze cystes geven gezondheidsklachten en kunnen uitgroeien tot tumoren. Door sterilisatie voorkomt u de kans op vorming van cystes.

Agressie/territoriumdrift:  
Het is bij veel mensen niet bekend dat ook voedsters rijgedrag kunnen vertonen. Bij konijnen is het op jonge leeftijd erg lastig om het geslacht goed te bepalen. Het zou kunnen zijn dat u twee vrouwtjes of twee mannetje heeft meegekregen in plaats van een paartje. Voedsters hebben een sterke territoriumdrift en kunnen ernstige agressie vertonen naar hokgenoten en/of de eigenaar. Ze grommen, bijten en krabben en vallen aan als je te dichtbij komt. Zij doen dit om hun nest te beschermen, ook al hebben ze geen jongen. Dit gedrag zal stoppen na sterilisatie.

Zindelijkheidstraining:  
Als de voedster gesteriliseerd is, zal ze niet overal meer haar territorium willen afbakenen met ontlasting en urine. Dit betekent dat ze veel makkelijker en beter te trainen is om op de daarvoor bedoelde plaats haar behoefte te doen. Zo kan haar bewegingsvrijheid een stuk worden uitgebreid, misschien wel zó ver dat ze zelfs los in huis mag rondlopen. Zorg er dan wel voor dat ze niet bij elektrische bedrading kan komen. Leer uw konijn dan wel om 's nachts in haar hok te slapen, zodat ze niet zonder toezicht los loopt!

Gesteriliseerde voedsters leven langer en gezonder.

Sterilisatie is eigenlijk castratie

Waarom sterilisatie eigenlijk een castratie is

In de volksmond wordt er bij vrouwelijke dieren altijd gesproken over sterilisatie, als ze de operatie ondergaan waarbij ze onvruchtbaar worden gemaakt. Medisch gezien is dit echter niet de juiste term. Sterilisatie betekent dat de eileiders (of zaadleiders bij een mannelijk dier) worden afgebonden en/of doorgeknipt, maar niet verwijderd. Dit zorgt ervoor dat het lichaam nog wel geslachtshormonen kan aanmaken, maar dat gerijpte eicellen niet via de eileiders kunnen afdalen (of de spermacellen via de zaadleiders). Omdat het lichaam nog wel hormonen produceert, kan dit alsnog bijdragen aan het ontwikkelen van o.a. melkkliertumoren, baarmoederontsteking of suikerziekte. Alle gedragingen waarop hormonen van invloed zijn, blijven ook onveranderd. Als we een echte sterilisatie zouden uitvoeren, wordt het dier dus alleen onvruchtbaar, maar profiteren we niet van de voordelen die castratie biedt.

De operatie die we in de praktijk uitvoeren, is in feite een castratie. Bij een castratie van een vrouwelijk dier worden de eierstokken geheel weggenomen. Net als dat bij de castratie bij een mannelijk dier de gehele testikels worden verwijderd. Op deze manier zal het vrouwelijk dier zich niet meer kunnen voortplanten, en tevens wordt de hormoonproductie gestopt. De baarmoeder wordt overigens alleen verwijderd als het weefsel afwijkingen vertoond. Na het verwijderen van de eierstokken wordt de teef niet meer loops en de poes niet meer krols. Doordat de hormoonproductie wordt gestopt, profiteren we ook van de gezondheidsvoordelen zoals grote afname van het risico op bepaalde tumoren en suikerziekte en afname van (probleem)gedrag wat door hormonen wordt veroorzaakt.

Als wij de term castratie zouden gebruiken bij vrouwelijke dieren, zou dit bij veel mensen waarschijnlijk tot verwarring leiden. Al jaren is men gewend om te zeggen dat vrouwelijke dieren worden 'gesteriliseerd'. Daarom hanteren wij zowel op de kliniek, als in de artikelen op de website, de term 'castratie' voor het onvruchtbaar maken van mannelijke dieren, en de term 'sterilisatie' voor het onvruchtbaar maken van vrouwelijke dieren.

Nazorg

Nazorgformulier konijn

Laat bij thuiskomst uw konijn bij voorkeur alleen in zijn eigen hok bijkomen. Behalve als hij/zij enorm gehecht is aan het hokgenootje. Dan kan de aanwezigheid van de soortgenoot stressverlagend werken.

Verwijder de gebruikte bodembedekking, maak het hok goed schoon en plaats bijv. oude handdoeken als bodembedekking. Hooi/zaagsel en stro kunnen namelijk aan de wond blijven kleven en voor infectie zorgen. Er is speciale bodembedekking verkrijgbaar die op basis van katoenzaad is gemaakt en niet in de wond prikt

Hang het hooi wat voor consumptie bedoeld is hoog op in bijvoorbeeld een ruifje. Zorg vooral de eerste dag dat uw konijn goed warm blijft. Eventueel kunt u frisdrankflesjes vullen met warm water en omwikkeld met een theedoek in het hok leggen als kruik.

Houd uw konijn minimaal een week binnen. In de zomer in verband met de vliegen die op de wond kunnen afkomen. Is het niet mogelijk het hok naar binnen te plaatsen, scherm het hok dan in de zomer heel goed af met fijnmazig horrengaas. Staat uw konijn normaal gesproken in de winter buiten, plaats het hok dan in een ruimte waar het iets warmer is dan buiten, maar niet bij kamertemperatuur, anders wordt de overgang terug naar buiten te groot. Denk bijvoorbeeld aan de schuur.

Uw konijn mag direct na de ingreep weer eten en drinken en moeten dit ook zo snel mogelijk weer doen! Wanneer dit niet het geval is, raden wij ten zeerste aan om te dwangvoeren. Dit kunt u doen met Supreme Science Recovery poeder, wat u aanmaakt met water en met een spuitje kunt ingeven, of met Olvarit wortelhapje. Dwangvoeding en spuitjes zijn aan de balie van de dierenkliniek te verkrijgen.

Probeer spelen en springen te voorkomen i.v.m. de wondgenezing. Hang dus ook het drinkflesje niet te hoog op, zodat uw konijn zich niet te hoog hoeft op te richten. Plaats eventueel tijdelijk i.p.v. het drinkflesje een waterbakje. Een waterbakje verdient trouwens überhaupt de voorkeur. Uit onderzoek is gebleken dat bij konijnen die een drinkfles gebruiken meer blaasstenen voorkomen omdat ze dan minder drinken.

Bij een rammelaar wordt meestal een enkele hechting geplaatst na castratie. Deze valt er vanzelf uit en de wond zal vanzelf sluiten.

Bij sterilisatie van een voedster of een andere operatie, zal de wond gesloten zijn met oplosbare hechtingen. Deze lossen vanzelf op of vallen er vanzelf uit, al zult u ze meestal niet zien zitten als ze binnenwaarts zijn gericht.

Vaak vormt zich een zwelling op de plek waar hechtingen onderhuids zitten. Dit komt doordat het lichaam op het vreemde materiaal reageert en bezig is het af te breken. Dit kan zelfs een paar maanden duren, voordat het volledige hechtmateriaal is opgelost en de bult verdwenen is. (Het mag er echter niet rood en ontstoken uit zien!). De eerste dagen kan er nog wat wondvocht uit de wond komen, dit is normaal. Er mag echter géén pus of bloed uit de wond komen.

Let op dat uw konijn niet teveel aan de wond gaat likken/knagen; ook hokgenootjes mogen dit niet doen. Wacht daarom liever een dag of tien voordat ze met elkaar herenigd worden. Als het echter toch de voorkeur heeft uw cavia/konijn met zijn maatje te plaatsen, dienen beide dus goed in de gaten gehouden te worden.

Pas de eerste week goed op met tillen (vermijd het liever), zodat u niet teveel spanning op de wond veroorzaakt.

Na tien tot 14 dagen zien we u in het geval van een voedster graag terug voor controle en het verwijderen van de eventuele uitwendige hechtingen. Dit hoort nog bij de operatie. Maak hiervoor een afspraak bij de assistente.

Denk erom dat een mannetje wat gecastreerd is nog minimaal drie tot zes weken vruchtbaar kan zijn. Houd hem dus geruime tijd apart van een eventueel vrouwtje als u geen nakomelingen wenst!

Mocht u nog vragen hebben…aarzel niet, wij beantwoorden ze graag!

Terug naar Castratie & Sterilisatie