Let op: per 1 december kunt u voor vragen over de zorg van uw huisdier terecht bij Pets Health Den Haag op 070 - 369 42 40.

Wel of geen spoed?

Voorbeelden van spoedgevallen

Voorbeelden van spoedgevallen waarbij contact dient te worden opgenomen met de dierenarts:

Aanrijding/Ongeval: Wees alert op benauwdheid of sloom worden. Ook als er niks aan de hand lijkt te zijn, dient u dier door een arts te worden gezien. Er kan immers intern letsel zijn, wat niet altijd direct symptomen geeft.

(Ernstige) benauwdheid: Ademen met open bek, met veel geluid, snakken naar adem, de tong kan blauw verkleuren, verhoogde of juiste verlaagde ademhalingsfrequentie. Altijd contact opnemen met de dierenarts.

Bloedingen: Druk de bloeding dicht met uw vingers, een schone doek of verband. Bij een slagaderlijke bloeding spuit het bloed echt uit de wond in regelmatige golven, dan dienen de bloedvaten in oksel of lies dichtgedrukt te worden. Met een riem, sjaal of veter kunt u een tourniquet aanleggen. Belangrijk: verlicht elke 15 minuten even de druk, zodat de weefsels niet volledig van bloed worden ontzien. Probeer het bloedende lichaamsdeel hoger te leggen dan de romp. Neem eerst maatregelen om de bloeding te stelpen, neem daarna zo snel mogelijk contact op met de dierenarts.

Verwondingen: de wond afdekken met een schone doek, eventueel penetrerende vreemde voorwerpen niet zelf verwijderen. Bij bijtwonden is bijna altijd antibiotica noodzakelijk wegens de bacteriën die in de bek van dieren voorkomen. Hoe klein het wondje ook lijkt te zijn, controle door de dierenarts is wel nodig.

Snel opzwellende buik (maagtorsie): Loos braken, de hond blijft overgeven zonder dat er iets uitkomt (hooguit wat slijm), en de buik zwelt op achter de ribben. Komt vooral voor bij grote rassen. Is absoluut grote spoed, want kan een dodelijke afloop hebben! Direct contact opnemen!

Allergische reactie: Na inname van een giftige stof (medicijnen/insectenbeet/giftige bloemen of planten etc) kan er zwelling op de kop en/of over het hele lichaam ontstaan. Er kunnen ook ademhalingsproblemen ontstaan, diarree, jeuk of roodheid van de huid.

Vergiftingen: Afhankelijk van de ingenomen stof zijn er tal van symptomen mogelijk. Als u belt, houd dan de verpakking (indien aanwezig) bij de hand, schat de ingenomen hoeveelheid in en indien niet bij de dierenarts bekend, vermeld het gewicht van de hond. Per vergiftiging zal moeten worden bepaald of de ingenomen stof kwaad kan, er actie moet worden ondernomen of behandeling noodzakelijk is. Chocolade kan bijvoorbeeld zeer giftig zijn. Hoe ernstig de situatie na inname van chocolade is, is sterk afhankelijk van het gewicht van de hond, de hoeveelheid en de soort chocolade. Neem dus na inname van chocolade altijd contact op om na te gaan of het nodig is actie te ondernemen.
Bij bewusteloosheid na inname van een gif, de kop lager dan de romp leggen, om te voorkomen dat er braaksel in de longen terecht kan komen. Trek de tong een stukje naar buiten.

Inname vreemd voorwerp: Vooral honden, maar ook katten, kunnen de gekste dingen opeten. In tegenstelling tot wat veel mensen denken passeert dit echt niet altijd moeiteloos het maagdarmkanaal, waarna het uitgescheiden kan worden. Voorwerpen kunnen onder invloed van verteringssappen gaan klonteren of verharden,  waardoor ze halverwege vast komen te zitten. Neem zo snel mogelijk na inname contact op.

Niet kunnen plassen/poepen: Het dier zit voortdurend te persen (soms ook in huis), maar er komt niet tot nauwelijks iets uit. Vooral bij mannelijke dieren is niet kunnen plassen een echt spoedgeval. De smalle urinebuis kan verstopt raken door bijvoorbeeld blaasgruis of ontstekingsproduct. De blaas raakt overvol, met nierschade tot gevolg. Dit kan een dodelijke afloop hebben. Komt vooral vaak bij katers voor. Vooral bij katers zo snel mogelijk contact opnemen met de dierenarts!

Geboorteproblemen: Wanneer er langer dan een half uur geperst wordt zonder resultaat of als het moederdier door uitputting gestopt is met persen of bij extreem bloedverlies contact opnemen met de dierenarts.

Oogproblemen: Bij ernstige verwonding of luxatie (uitpuiling) van het oog. Vooral bij kortsnuitige rashonden kan dit laatste voorkomen. Houd het oog vochtig met bijvoorbeeld slaolie en dek het af met een schone doek. Zorg dat het dier het oog niet verder kan beschadigen door er aan te krabben of door met de kop te schudden. Heeft u een kraag in huis, doe deze dan om.

Botbreuken: Dek uitwendige verwondingen af met een schone doek. Probeer het dier te stabiliseren zodat de breuken door onverwachte bewegingen niet verergerd kunnen worden.

Acute verlammingen: Het plotseling niet meer kunnen bewegen van een van de lichaamsdelen en/of slepen met de poten.

Braken/diarree: Braken en/of diarree hoeft niet altijd spoed te zijn. Maar zijn de symptomen continu, zit er bloed in het braaksel of de ontlasting, gaat de conditie erg achteruit en/of is het dier erg sloom dan wordt het ernstig. Vooral bij jonge dieren kan dit erg gevaarlijk zijn. Braakt een dier ontlasting, dan is het absoluut spoed!
Bij milde klachten kunt u uw dier kleine porties licht verteerbare voeding geven. En zorg dat het dier voldoende drinkt.

Brandwonden: Direct koelen met lauw water en contact opnemen. Géén ijs gebruiken!

Onderkoeling: Help uw dier op temperatuur te komen door te wrijven en middels dekens en kruiken (nooit direct een kruik tegen een dier leggen, altijd een doek eromheen doen).

Oververhitting: Bijvoorbeeld na verblijf in een auto die in de zon stond. Symptomen zijn hijgen/rochelen, bleke slijmvliezen, kwijlen, of zelfs bewusteloosheid. Breng het dier naar een koele plaats en koel met water en/of natte lappen, maar pas op voor onderkoeling. Géén ijs gebruiken! Laat het dier water drinken. Verwijder halsband en/of tuig. Bij oververhitting moet een dier altijd door een dierenarts gezien worden en krijgt het infusen.

Toevallen (epilepsie):  Bij kortdurende toevallen de tijd en frequentie noteren en indien nodig aan de dierenarts doorgeven. Bij een aanhoudende toeval die langer dan vijf tot tien minuten duurt, direct contact opnemen met de dierenarts. Niet het dier gaan vervoeren tijdens een aanval, tenzij de dierenarts wilt dat u direct komt.
Tijdens een toeval kan een dier de volgende symptomen hebben: wijde pupillen, verminderd reactievermogen en heeft last van trillende of stijve spieren en maakt stuiptrekkende bewegingen. Ook kan het dier speekselen of de urine/ontlasting laten lopen.
Toevallen zien er eng uit, maar zijn meestal niet levensbedreigend. Zorg dat uw dier rustig ligt in een stabiele houding, vermijd prikkels uit de omgeving (zet radio/tv uit). Indien mogelijk kunt u de aanval filmen. Komt het vaker voor dan kunnen deze beelden de dierenarts nuttige informatie geven. Vermijd dat u in de buurt komt van de bek, het dier kan u (onbewust) bijten!

Heftige jeuk/huidirritatie: Als een dier voortdurend (aan een bepaalde plek) jeuk heeft en hieraan krabt/bijt/likt kan de aangetaste plek in korte tijd explosief in grootte toenemen (een zogenoemde Hotspot).

Vaginale uitvloeiing: Een teefje of poes die niet gesteriliseerd is en uitvloeiing uit de vagina heeft, zou  een baarmoederontsteking kunnen hebben. Andere symptomen kunnen zijn: sloom, veel drinken, veel plassen en koorts.

Konijn dat niet eet: Als een konijn (of cavia) een dag niet eet, kunnen de darmen stil gaan liggen. Dit kan zelfs een dodelijke afloop hebben. Konijnen en knaagdieren die ziek tonen, zijn vaak zieker dan de eigenaar vermoed. Omdat zij van nature prooidieren zijn, zullen zij niet snel laten merken dat zij iets mankeren.

Extreme sloomheid of bewusteloosheid: de oorzaken zijn heel divers, zo snel mogelijk contact opnemen.

Hypo (bij een dier met diabetes): Een suikerpatient met een hypo heeft een te laag bloedsuikergehalte, bijv. doordat er teveel insuline is gegeven en/of omdat de kat te weinig had gegeten voor de insulinegift. Symptomen variëren van trillen, hongerig zijn, wankelen, zwalken, ongecoördineerd bewegen, onrust, stuipen tot omvallen en in shock of zelfs coma raken. Geef direct het dier te eten als deze dit nog zelf kan, bij voorkeur blikvoer omdat dit sneller wordt opgenomen. Kan het dier niet meer zelf eten, smeer dan druivensuiker, honing of stroop aan de binnenkant van de wangen/ onder de tong of op het tandvlees. Neem daarna direct contact op met de dierenarts.

Terug naar Medische informatie